Belastingkenners kraken de nieuwe werkkostenregeling, nog voordat de beloofde vereenvoudiging is ingevoerd.
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) vreest dat de nieuwe werkkostenregeling werkgevers wel eens meer administratieve rompslomp kan opleveren dan verwacht. Door zeer gedetailleerde regelingen schiet de regeling haar doel voorbij, zo meent de beroepsorganisatie. De NOB wijst onder meer op de gedetailleerde regeling voor maaltijden en consumpties op de werkplek, zo meldt Plein+ , het kennisplatform voor mkb-adviseurs. Per 1 januari 2011 gaat de nieuwe werkkostenregeling van kracht, bedoeld om orde te scheppen in de wirwar van regelingen. Uitgangspunt is dat een werkgever tot een maximum van 1,4 procent van de totale fiscale loonsom vrij is te kiezen welke vergoeding hij onbelast aan zijn werknemer wenst te verstrekken. Voor alle vergoedingen en verstrekkingen boven die 1,4% (forfait) betaalt een werkgever een eindheffing van 8o procent. Tot 2014 mogen werkgevers er voor kiezen om gebruik te maken van de oude regelingen. Daarna is de werkkostenregeling verplicht voor iedereen.

Bron: Intermediair PW juli 2010

Drie op de vier chief financial officers (cfo’s) denkt nog in de kosten te moeten snijden. Nog lang niet elke reorganisatie is met succes afgerond.
Dit blijkt uit een rondvraag door Hay Group en Martin Ward Anderson onder honderd cfo’s. De meeste reorganisaties zouden tot nog toe slechts korte termijn resultaat verbeteringen hebben opgeleverd. Vandaar dat de meeste cfo’s menen dat meer maatregelen nodig zijn om de reorganisatie echt te doen slagen. 60 procent van de ondervraagden heeft het voorbije jaar te maken gehad met een reorganisatie. Ruim de helft heeft de gelegenheid aangegrepen om de strategie te herzien, meer te focussen op de markt (57%) en de organisatiestructuur aan te passen (52%). Gecombineerd met het inkrimpen van het personeelsbestand, heeft dit bij de meeste bedrijven gezorgd voor een hogere productiviteit en winstgevendheid per werknemer.

Bron: Intermediair PW juli 2010

Een werknemer die zegt betrokken te zijn, maar in de praktijk slecht presteert en helemaal niet gemotiveerd is, is schijnloyaal. Dergelijk personeel zorgt voor achterblijvend bedrijfsresultaat.

Onderzoek van onderzoeksbureau Effectory laat zien dat het aantal schijnloyale medewerkers blijft stijgen. Niet iets waar een werkgever in crisistijd op zit te wachten.

Michel Groenewegen, zelfstandig adviseur arbeidsmarktcommunicatie, zegt dat het belangrijk is de schijnloyale medewerker te herkennen. “De discrepantie tussen wat iemand zegt en doet, is hier opvallend. Een verkoper die zegt dat hij heel hard werkt, maar structureel zijn targets niet haalt. De oorzaken ervan is de crisis, zegt hij, maar zelf heb je gemerkt dat hij meer bezig is met sms’en, privé telefoneren of e-mailen onder werktijd.”.

Werkgevers die vraagtekens zetten bij de betrokkenheid van hun werknemers, moeten dit volgens Groenewegen bespreekbaar maken. “Vooral in tijden van dalende economie is het belangrijk met echt gemotiveerde werknemers te werken. Vraag naar de oorzaken van de demotivatie en probeer er samen een oplossing voor te vinden. Een crisis doorkomen gaat gewoon beter met gemotiveerd personeel”.

Bron: Intermediair PW juni 2010