Nederlandse werknemers melden zich minder vaak ziek dan hun collega’s in omringende landen. Bij ziekte zijn zij echter relatief lang afwezig. Dit verzuim kost werkgevers in Nederland jaarlijks 10,8 miljard euro. Dit blijkt uit de European Sick Leave Index (ESLI) een jaarlijks onderzoek van risico adviseur en verzekeringsmakelaar AON naar arbeidsverzuim in Nederland, Frankrijk, Duitsland en België. Over de periode2005 – 2008 had Nederland het hoogste gemiddelde verzuimpercentage van de vier West-Europese landen: 4,45 procent. Nederland laat in de afgelopen vier jaar de grootste daling in verzuimpercentage zien, maar behoort nog steeds tot de bovenkant van Europa. Uit de ESLI komt wel naar voren dat Nederlandse werkgevers erin geslaagd zijn de productiviteit van hun werknemers over de afgelopen 4 jaar te verhogen met 4,5 procent. Ondanks de uitgebreide Nederlandse wetgeving rondom re-integratie en de inspanningen van een relatief groot aantal dienstverleners die zich hierop richten,stagneert het verder terugdringen van het verzuim. Het gemiddelde aantal verzuimdagen van Nederlandse werknemers bedraagt zo’n tien dagen per ziekmelding. Alleen in Frankrijk (gemiddeld 13,5 dagen per ziekmelding) zijn werknemers langer afwezig.

Bron: Personeelbeleid april 2010

Bijna de helft van de werknemers denkt over om de huidige werkgever te verlaten.
39 Procent van de Nederlandse werknemers voelt zich niet betrokken bij het eigen bedrijf en 48 procent overweegt zijn heil te zoeken bij een andere werkgever. Dat zijn de harde cijfers die hr-adviesbureau Towers Watson trekt op basis van het onderzoek Global Workforce Study 2010. De economische crisis is duidelijk van invloed op de mobiliteit van werknemers. Het aantal mensen dat openstaat voor een aanbod van een andere werkgever of actief op zoek is naar een andere baan, is met 20 procent afgenomen. Een directe verklaring heeft Towers Watson niet. Wel geeft zich 40 procent een positieve beoordeling aan het eigen senior management. De direct leidinggevende komen er met 50 procent net iets beter vanaf.
Dat 39 procent aangeeft zich niet betrokken te voelen is zorgelijk, aangezien uit hetzelfde onderzoek blijkt dat meer betrokkenheid leidt to een 5 procent beter operationeel resultaat.

Bron: Intermediair PW april 2010

Hoewel de werkloosheid oploopt, knijpen veel bedrijven hem nu al voor de verwachte schaarste op de arbeidsmarkt. Uit de door Deloitte uitgevoerde HR Executieve Survey blijkt dat hr-directeuren in een spagaat zitten. Ze moeten met het oog op de verwachte tekorten op de arbeidsmarkt talenten aantrekken. Tegelijkertijd moeten de hand op de knip houden. Bijna acht op de toen hr-managers ziet kostenreductie als belangrijkste strategisch doel. “nu ligt de focus nog voorla op rendement op zeer korte termijn, dus besparing op bijvoorbeeld trainingen en innovatieve projecten”, zegt Kees Fling van Deloitte. “Dit staat echter op gespannen voet met het ontwikkelen van medewerkers voor de langere termijn”. Uit het onderzoek blijkt ondermeer dat de ontwikkeling en training van (nieuwe) medewerkers en leidinggevenden zowel nu als over drie tot vijf naar bovenaan de lijst staat om de aanwezigheid van talent binnen de organisatie verder te stimuleren. Zo zijn sommige organisaties gestart met programma’s om studenten met een maatschappelijke of sociale studie om te scholen in techniek of finance. Bijna driekwart van de deelnemers aan het onderzoek zegt verder dat over drie tot vijf jaar skill gaps en demografische ontwikkelingen de grootste uitdagingen zijnop het gebied van personeelsbestand. “Door de demografische ontwikkeling en een economisch groeiscenario, zal in de toekomst de macht niet langer liggen bij diegene met geld, oftewel de werkgever die aangeeft wat de werknemer moet, maar bij diegene met de kennis, de werknemer die aangeeft wat hij wil. Het aantrekken, ontwikkelen en behouden van kennis wordt steeds meer een echte worsteling”.

Bron: Personeelbeleid maart 2010